Kaart 1: Duitse troepen bezetten Denemarken |
|
Operatie 'Weserübung Süd'
De Duitse aanval op Denemarken (operatie 'Weserübung Süd')
was eigenlijk al voorbij voordat hij begonnen was. Op dinsdag
9 april veroverde het Duitse XXXI Korps onderleiding van,
generaal L. Kaupisch, Denemarken.
Om 4 uur 's ochtends belde de Duitse ambassadeur in Denemarken
de Deense minister van Buitenlandse Zaken en vroeg om een
gesprek met hem, 20 minuten later vertelde de Duitse ambassadeur
dat de Duitse troepen begonnen waren met de invasie van Denemarken.
De volgende Duitse eenheden vielen Denemarken aan:
XXXI Korps (generaal L. Kaupisch)
170ste Infanterie Divisie (generaal W. Wittke)
(eenheden onbekend)
198ste Infanterie Divisie (generaal O. Roettig)
391ste Infanterie Regiment
399ste Infanterie Regiment
401ste Infanterie Regiment
240ste Artillerie Regiment
11de Gemotoriseerde Brigade (kolonel G. Angern)
110de Infanterie Regiment
111de Infanterie Regiment
40ste Panzer Eenheid
4de Machinegeweer Bataljon
13de Machinegeweer Bataljon
14de Machinegeweer Bataljon
2de en 3de Batterij van de 729ste Zware Artillerie
Eenheid
één Bataljon van het "Generaal
Göring" Regiment
vier Panzer Companieën
drie Gepantserde treinen
Om kwart over vier 's ochtends waren er al diverse eenheden
van de 198ste divisie geland op de oostelijke eilanden van
Denemarken (op Fünen, Zealand, Lolland en Falster). Duitse
troepen gingen aan land bij Gedser (Faster), bij Nyborg (Fünen)
en bij Korsoer (Zealand). Daarnaast landde er nog parachutisten
om de Storestroemse brug en het daarbij gelegen fort Masnesoe
in te nemen. Om tien minuten voor half vijf voer het Duitse
schip 'Hansestadt Danzig' de haven van Copenhagen binnen met
aan boord een bataljon Duitse troepen, deze troepen hadden
weinig moeite om de stad in te nemen.
Op dezelfde tijd als de andere landingen (4u15 's ochtends)
staken Duitse troepen de grens over op Jutland (het vaste
land van Denemarken) bij Saed, Rens, Padborg en Krusaa. Tevens
landde er troepen aan de oevers van de Lillebelt (het water
tussen Fünen en Jutland). Er werden ook parachutisten
ingezet om het vliegveld bij Aalborg te bezetten.
Alle Duitse troepen die betrokken waren hadden weinig last
van de Deense tegenstand, deze stelde namelijk niet veel voor.
Op een enkele plaats konden de Deense troepen de Duitse opmars
een beetje ophouden en een aantal verliezen toe brengen aan
de Duitsers. Maar vier uur na het begin van Operatie Weserübung
Süd gaven de Denen zich over, de Deense koning Christiaan
de tiende vond het niet meer zinvol om door te vechten.
De verliezen aan beide zijden vielen daarom ook mee. De Duitsers
verloren (beschadigd of vernietigd) 4 tanks, 12 gepantserde
auto's en een paar auto's en motorfietsen. Daarnaast werden
er nog een klein aantal vliegtuigen beschadigd of neergeschoten.
De Denen hadden 16 doden en 20 gewonden en een aantal burgers
die werden gedood of gewond.
Meer over de maritieme aspecten van de operatie in het artikel
'De Oorlog op
de Wereldzeeën'.
Operatie Weserübung Nord
komt nog
|